Van drukkerij tot vrijplaats

In 1881 is drukkersfirma Holdert & Co een van de grootste drukkerijen van de hoofdstad. Het bedrijf is aanvankelijk op het Rokin gevestigd, en sedert 1889 in Felix Meritis op de Keizersgracht. “Hakkie” Holdert is tot het begin van 1894 bedrijfsleider in de drukkerij van zijn vader. In dat jaar begint hij in een keldertje aan de Nieuwezijds-Voorburgwal voor zichzelf. Deze stoomdrukkerij, Elsevier geheten, wordt in 1900 verplaatst naar Van Ostadestraat 233.

Holderts despotisch beleid bezorgt hem veel kritiek. In de Eerste Wereldoorlog zijn de bladen die hij drukt op zijn uitdrukkelijke instructie fel anti-Duits. Gedurende de oorlogsjaren 1940-1945 drukt hij, hoewel geen voorstander van de zogenaamde nieuwe orde, in een poging om zijn bladen uit handen van de Duitsers en de NSB te houden, Duitse en pro-Duitse periodieken.

Op 13 januari 1949 houdt stoomdrukkerij Elsevier op te bestaan. Eerst wordt de naam dan veranderd in Van Ostade, en later in Holdert & Co. Deze naam blijft tot de kraak in 1980 op de gevel pronken. Aan het pand verandert wel het een en ander.

Eind jaren 50 wordt de karakteristieke schoorsteen verwijderd. In 1964 is de oorspronkelijke gevel van het pand vervangen door de huidige. Eind jaren 70 verhuist de drukkerij, de leegstaande loods blijft achter. De gemeente wil die platgooien en woningen bouwen op het terrein. Vanuit verschillende maatschappelijke geledingen rijzen er bezwaren tegen dit plan. Het complex verkeert immers nog in goede staat en er zijn tal van bestemmingen.

Juni 1980 betrekt een groep jonge idealisten het gebouw door de koevoet tussen de deursponning te plaatsen. Ze treffen een enorme ruimte aan achter de voorgevel, waarmee de intern gebezigde naam “De Fabriek” geboren is. De kantoorruimten op de eerste verdieping aan de voorzijde fungeren van meet af aan als woonvertrekken. Her en der worden dozen met kettingpapier aangetroffen, een welkomstgeschenk van de voormalige drukkerij Holdert & Co.

De maanden die volgen op de kraakactie staan voornamelijk in het teken van de duroxblokken, specie, hout, meetlinten, bouw- en timmergereedschap en vergaderen, erg veel vergaderen. De verdeling van het ruim 1700 m² vloeroppervlakte verloopt bepaald niet van een leien dakje. Maar zodra het getouwtrek om de locaties en vierkante meters is afgerond, vorderen de werkzaamheden gestaag.

Als eerste betrekt drukkerij Raddraaier Ostade 233 met een eenvoudige drukpers, waarmee met name de Amsterdamse kraakbeweging van posters, brochures, pamfletten en bladen tegen kostprijs wordt voorzien. In het kielzog van deze raddraaiers arriveren de stadsactivisten die bezeten zijn van bedrukt papier waarmee de kraakbeweging niet enkel een eigen nieuwsmedium rijker is, maar tevens smoel heeft gekregen.

Ergens centraal gelegen in Ostade 233 vestigt zich in het najaar van 1980 de redactie van de Kraakkrant, die vervolgens over gaat in de Laatste Waarschuwing, Bluf! (1982), NN (1988) en Ravage (1996). Het Hol, zo wordt de redactieruimte genoemd waar gedurende 25 jaar actielectuur werd vervaardigd waar ze bij de BVD rode oortjes van kregen. In de ruimten gelegen naast Het Hol vestigt zich begin jaren 80 het vormgeverscollectief InBeelding, almede een antimilitaristisch collectief.

De komst van deze hemelbestormers in 1980 wordt twee jaar later gevolgd door een groep creatieve geesten, onder meer bewoners van het pand, die een theater voor de buurt willen opzetten. Maart 1982 is het Ostadetheater een feit. Het theater draait aanvankelijk geheel op vrijwilligers, zoals alle bedrijfjes indertijd in het gebouw. Voor het theater werken uitkeringsgerechtigden die vrijgesteld zijn van sollicitatieplicht. Dat blijkt goed te werken. Er is veel motivatie. Men zamelt geld in en koopt de stoelen van de dan inmiddels opgeheven Victoriabioscoop. De Stichting Experimenteel Theater geeft een lichtinstallatie in bruikleen. Op 26 maart 1982 opent het Ostadetheater haar deuren. In De Grote Zaal, zoals het dan heet, vindt de vuurdoop plaats. De stoelen staan dan nog gewoon op de grond, dus wie achteraan zit, ziet gewoon niets. Er zijn 100 zitplaatsen.

Aan de achterzijde van het gebouw wordt begin jaren 80 een ontmoetingsruimte gecreëerd, te betreden via de steeg aan de zijkant van het gebouw. In de ruimte worden feesten georganiseerd, en vanaf 1982 fungeert de zaal tevens als foyer van het Ostadetheater. Aan de rechterzijde van het gebouw bevinden zich dan de werkplaatsen, onder anderen voor het vervaardigen van windmolens. De huidige fietswerkplaats Smerig gaat in 1981 rap van start.

In de huidige foyer van het Ostadetheater is sinds begin jaren 80 een koffiehuis annex restaurant gevestigd, genaamd de Schele Kip, dat aanvankelijk los staat van het Ostadetheater. De voormalige ruimten voor de technische afdeling van drukkerij Holdert & Co, gelegen aan de achterzijde van het pand, worden na renovatie sinds 1982 bewoond door gemiddeld acht personen.

Ostade 233 echter, eind jaren 70 in handen gekomen van de gemeente, staat op de nominatie om plaats te maken voor nieuwbouw (4 à 5 bouwlagen). Daarvoor dienen tevens de belendende percelen Van Ostadestraat 205-215, destijds eveneens gekraakt, gesloopt te worden. De krakers organiseren zich en voeren op diverse manieren actie tegen de gemeenteplannen, gesteund door buurtbewoners die hoogbouw niet zien zitten.

De gemeente blijkt vrij snel van haar voornemen af te zien. In 1983 sluiten de krakers van Ostade 233, inmiddels verenigd in Gebruikers Vereniging Ostadestraat 233, een 30-jarig erfpachtcontract af met de gemeente. Hiermee komt het woonwerkpand voor een relatief laag maandbedrag in beheer van de bewoners en gebruikers. Deze dragen sindsdien de verantwoordelijkheid voor het onderhoud van het casco, het binnen- en buitenwerk. Tevens heeft men collectief zeggenschap over toewijzing van vrijkomende ruimten aan bewoners, clubs en bedrijfjes.

Gedurende de jaren 80 en 90 volgen de kleinere bedrijfjes elkaar in rap tempo op. De grotere bedrijven daarentegen professionaliseren zich. Bij drukkerij Raddraaier gaat men, mede als gevolg van een kleiner wordende kraakbeweging, loonvormend werken, al blijft het accent liggen op specialistisch drukwerk, voornamelijk bestemd voor ideële opdrachtgevers. Bij het Ostadetheater wordt vrijwilligerswerk omgezet in zogenoemde banenpoolplaatsen, gesubsidieerd werk voor langdurig werklozen.

We nemen een sprong in de tijd. Begin deze eeuw breekt onder de huurders de discussie los over het aflopende erfpachtcontract in 2013. Men sprak de wens uit om in overleg met de gemeente het contract open te breken en te verlengen. Sinds 2004 voert Ostade 233 hiervoor overleg met zeven andere erfpachtpanden in de stad. Deze acht woonwerkpanden, die zichzelf vanwege het eigenzinnige karakter toerekenen tot de rafelrand van de Amsterdamse binnenstad, zijn met de centrale stad in een vergevorderd stadium aanbeland voor het openbreken van de erfpachtcontracten.

Echter, volkomen onverwachts heeft het Dagelijks Bestuur van stadsdeel Oud-Zuid zonder inbreng van de huurders van Ostade 233 in december 2007 besloten dat het gebouw in 2013 wordt gesloopt, om plaats te maken voor nieuwbouw. Met de winst die de deelraad hiermee denkt te maken zal de verhuizing van het Ostadetheater, een van de huurders van Ostade 233, medio 2012 naar het voormalige Gemeentearchiefterrein aan de Amsteldijk bekostigd worden. De huurders van Ostade 233 leggen zich niet neer bij dit besluit.